10 september 2008

De "verruiging" van Noord-Holland





Vandaag weer eens een rit met wat belevenissen, niet direct spectaculair maar wel waard om vermeld te worden. Vanmorgen eerst de Quest weer eens aan de buitenkant gewassen en in de was gezet, hij glimt er weer over. Daarna omkleden en nog even wachten voor ik vertrekken zal want het spettert een heel klein beetje, overigens niet van betekenis en daarna van start. Zonder dat ik een bestemming in mijn hoofd had ben ik op pad gegaan richting Lambertschaag en Abbekerk daar kwam ik bij de rotonde na deze dorpen en besloot de nieuwe weg maar eens uit te proberen die daar in westelijke richting het land in gaat. Een kort stukje dat op de weg tussen Abbekerk en De Weere weer meer op bekend terrein uitkomt. Daarna op naar Benningbroek en toen ik de A.C.de Graafweg naderde ben ik daar rechtsaf gegaan richting de eerste afslag de Tramweg om zo in Wognum/Wadway uit te komen. Aan het einde van de Tramweg was een neef van mij bezig een paar mensen instructies te geven over het plaatsen van wat stelconplaten in zijn land. Daar uiteraard een tijdje staan kletsen en toen weer verder door Wognum via de Kerkweg naar de Zomerdijk, het werd echt een kris kras ronde begon ik mij te realiseren, waar niet veel snelheid in zat, maar wat zou dat ook, tijd genoeg. Na Wognum zag ik bordjes van Lekermeer, Wogmeer, Spierdijk en Avenhorn om zo de dijk op te gaan naar Schermerhorn. Toen ik bijna aan het eind van de weg was zag ik een paar dames rijden, mijn eerste indruk was “Dat is schoonzus Mart met haar zus Ria” inderdaad juist voor het opdraaien van de brug stapte Ria af, midden op de weg en Mart reed nog rechts dus moest ik ook in de remmen. Met een flinke por op de claxon schoten de dames naar de kant en was de doorgang vrij en mijn snelheid tot nul gereduceerd. “Moest dat nou” hoorde ik Ria zeggen en vervolgens herkenning en lachen. We hebben even staan kletsen boven op de brug, achter de kerk in Schermerhorn, “Dit is ons plekje” zei Mart, “We gaan altijd op dat bankje daar ons broodje op eten” Ik heb nog even een foto van de dames gemaakt en me er over verwonderd dat je op die leeftijd nog gemakkelijk zo ver kan fietsen, vanaf Wervershoof tot Schermerhorn en dan zeggen “We zijn op weg naar de Rijp” en straks ook weer terug en dat, als je zoals Mart, de 75 jaar bent gepasseerd, knap hoor. Heen en terug zal dat in de buurt van de 75 a 80 km zijn. Ik ben weer verder gegaan over de dijk van de Schermer en zag op een bepaald moment aan het einde van het bouwland van de Gebr. Barendregt een leuk voorval, er stond een fotograaf op een huishoudtrapje met een assistente naast hem die de trap mocht verzetten en een jager met geweer en hond achter hem. Er lagen wat dode koolduiven op de grond en ook een paar neppers erbij. Toen de assistente iets uit de auto kwam halen boven op de dijk vroeg ik waar dit voor was, ze maakten foto’s over de “verruiging” van Noord-Holland, ik zal dat wel niet snappen maar neem zonder meer aan dat het een loffelijk streven betreft wat mogelijk wel uit één of ander potje zal worden gesubsidieerd. Even later zag ik het zoveelste koppel ganzen, en toen bedacht ik dat er echt niets verruigd in Noord-Holland anders werden er van die beesten wel een hele hoop afgeschoten, vroeger was het uniek als je er een paar zag, nu is het je hoofd maar wenden of keren en je ziet ze overal.

Geen opmerkingen: