28 juli 2009

"Die enge dingen moesten ze verbieden"




Ze vragen wel eens aan me, “Zie nog wat onderweg als je zo hard gaat” , nou op de eerste plaats, “zo hard” ga ik nou ook weer niet en ik zie altijd erg veel. Niet altijd spectaculair, maar ik zie wel veel, maar horen doe ik soms nog meer maar dan sta ik meestal stil. Vanmorgen, ik kan wel zeggen, vandaag was zo’n dag. Op het vrije rondje kwam ik als eerste door Medemblik en daar stond de brug omhoog dus wachten, het commentaar was niet van de lucht, een mevrouw, ik kende haar ook nog, zij mij gelukkig niet, begon al heel gauw, “Wat een enge dingen die bananen, ze rijden veel te hard, ze moesten het verbieden, een schrik voor iedereen” en zo ging ze maar door. Toen ik vroeg voor wie deze dingen dan zo eng waren, zei ze, “Voor automobilisten en voor jullie zelf” ik heb haar proberen te overtuigen dat het helemaal niet eng was in zo’n ding maar wel als er gefrustreerde automobilisten op je pad komen die denken zelf alles beter te weten en meteen eigen verkeersregels instellen en je proberen te snijden en vooral geen voorrang geven, dan wordt het eng, maar meestal valt het best mee en de meesten hebben bewondering voor de mensen die op deze manier, niet milieuvervuilend, zich verplaatsen, of voor woon/werkverkeer, of zoals ik, om leuke mensen te ontmoeten en daar hoorde zij helemaal niet bij. Na deze ervaring naar Wervershoof, even langs broer Ben, niet thuis, ik heb me meteen voorgenomen om voorlopig niet meer onaangekondigd naar familie te gaan, iedereen lijkt altijd wel onderweg (Ikzelf ook). De volgende ervaring deed ik op langs de Zwaagdijk, rijdende op het fietspad ter hoogte van “t Weeltje, (voor insiders bekend) kwam er een kind van het pad afrennen en door de claxon en een gil van de moeder werd erger voorkomen, maar ik moest wel vol in de remmen, moeder laat hem vast niet meer ontsnappen. Via wat binnendoor en buitenom weggetjes kwam ik in de Baarsdorpermeer en Zuidermeer, op de Zuidermeerweg kwam ik achter een vrachtwagen van het Waterschap en moest even stoppen, één van de mannen kende ik en deze kwam ook al snel aanlopen om te vertellen dat ze wat troep op moesten ruimen van de weggemoffelde rotzooi van een hennepplantage, “Je weet wel van die filters en die dondere ze den in slôôt en den binne ze loodzweer” ik begreep volkomen wat hij bedoelde, het Westfriese taalgebruik is me als kind met de bekende paplepel ingegeven. Het rondje werd al fietsende toch telkens weer een stukje langer en zo kwam ik op een bepaald moment op de Weelweg en die moest leiden naar de bekende “Weelbrug” en als ik die heb gehad zit ik al aardig dicht bij de polder om zo het laatste rechte stuk af te raffelen naar Middenmeer waar ik na 99 km weer gebruik kon maken van de douche.

Geen opmerkingen: