12 april 2012

Hoe overleef je Buchenwald op zo'n manier?







Een dag met een “Gouden randje”, ja alweer één, het zit n.l. zo. Ik ging vanmorgen opgewekt van start om bij Cees op bezoek te gaan, welke Cees zal menigeen zich afvragen, nou gewoon “Wicky de Viking” van Wieringen, schrijvend onder de naam van “velomobiel zoektocht” en dan kom je via Google vanzelf bij Cees Roozendaal. Cees had vorige week even wat “rommel aan de vin” waardoor hij naar de dokter moest en, zo schreef hijzelf, met een hele hoop penicilline komt hij alweer aardig op verhaal maar het was wel even schrikken. Aangekomen op het hoekje bij het onderkomen van de familie Roozendaal kwam Anita bij de voordeur en Cees achterom, ik was al gesignaleerd. Onder het genot van een bakkie koffie hebben we even bijgepraat ik heb ik begrepen dat Cees al aardig aan het herstellen is en dat hij spoedig weer volle bak kan rijden. Omdat de afstand maar erg kort was ben ik naar de andere kant van Wieringen gereden en ben via het tunneltje weer richting “De Meer” gegaan. Ik had de laatste dagen geregeld het idee dat er wat meer geluid van binnenuit kwam dus bij de Hofmanshaven stoppen en de 2 O-ringen vervangen, nou niet echt vervangen want ze lagen allebei onderin dus gewoon nieuwe erom leggen en weer verder. Op dat punt zijn er twee mogelijkheden om naar huis te rijden, de eerste wat korter en de andere wat langer als ik via de dijk richting Medemblik zou gaan. Ik nam de dijk en al heel snel stond het tellertje op 44 tot 46 km heerlijk, weer helemaal geruisloos met zijn nieuwe o-ringen. Nergens een kop te zien, geen auto’s of andere weggebruikers dus de hele wereld voor mijzelf, dacht ik, maar toen was het raak. Een onvoorstelbaar moment, net na de bocht van “het gat in de dijk” zag ik iemand aan de kant van de weg staan die kennelijk zijn overtollige hoeveelheid vocht kwijt moest, vrij normaal en ik schonk daar ook verder geen aandacht aan tot ik hem passeerde en een schreeuw hoorde, remmen en terug “flintstonen” en zie daar, onvoorstelbaar. Albert van Dijk uit Kampen met zijn bromscooter, op mijn blog staat een verhaaltje op 1 september 2010 met als “kop” “Albert van Dijk denkt nog jong ondanks zijn 86 jaar” en laat ik deze “jongeman”nu weer ontmoeten. De ervaringen in mijngang Dora van het vernietigingskamp Buchenwald hebben hem gehard in zijn levensopvatting. Geweldig wat een kerel, op mijn vraag hoe het met zijn gezondheid was strekte hij de armen en zei “Kijk 88 jaar en alles werkt nog” . Hij was vanmorgen nog in het ziekenhuis geweest voor bloedafname omdat hij ooit een keer een hartoperatie heeft ondergaan en zodoende steeds onder controle blijft, daar vroeg de verpleegster waarom hij zo’n haast had, “Nou ik wil nog een ritje maken vandaag, ik ga of naar Bremerhaven of naar Den Helder en zoals je ziet het is Den Helder geworden” Ik stond echt versteld, 88 jaar en praten alsof het de gewoonste zaak van de wereld is vanuit Kampen op het brommertje even een retourtje Den Helder doen. Hij heeft me wel een prima advies gegeven, nooit stil zitten in beweging blijven dan blijf je jong. Met deze ontmoeting was mijn dag weer helemaal goed, zo’n blije positieve man meemaken in zijn levenswandel, echt, al was het maar 53 km, echt “een dag met een Gouden randje”. En we hopen elkaar t.z.t weer te ontmoeten want dan zijn we er allebei nog.

Nog even een aanvulling , ik werd net gebeld door Jan Geel met de vraag hoe ik aan die twee gedichten kwam, ik heb uitgelegd dat die langs de weg staan bij Vatrop op de luxe houtstapel ongeveer 1 km ten westen van Den Oever.De gedichten zijn geschreven door Jan's vroegere buurjongen.

1 opmerking:

klaas de jong zei

Mooi verhaal en hele mooie gedichten!

Dank
Klaas