30 maart 2009

"Mijn vrouw wil altijd het laatste woord hebben"


Soms denk ik dat het een dag geen fietsdag zal worden maar alle keren valt dat toch weer mee. Zo ook vandaag, hemels mooi weer maar met de wetenschap dat ik maandag en dinsdag onder de pannen ben met de hulp bij een vriend die nog wat agrarische bezigheden heeft, dus zal er van fietsen wel niet veel terecht komen. Het is helemaal goed gekomen met mij, vanmorgen eerst wat boodschappen doen bij de supermarkt en naar de doe het zelf zaak en dan even ontspannen, ja zo zie ik dat, liefst 100 km of meer en dan is het altijd ontspannen ondanks dat ik nog nooit ben thuis gekomen met een gemiddelde snelheid onder de 30 km p/u. Omkleden en naar Obdam een boekje wegbrengen naar mijn zus waarin een hele kerkdienst is opgenomen in het Westfriese dialect. Toen ik daar even zat kwam ook mijn jongste broer Ben met zijn vrouw Riet om een “bakkie”, dan is uren kletsen niet vreemd maar daar zou mijn fietstochtje mee naar de “knoppen” gaan dus opstappen en verder gaan. Vanaf Obdam even door naar Heerhugowaard en bij Kees en Marian van Hattem even binnen wippen, heel kort bijkletsen en weer verder deze keer naar Matthijs Leegwater die aan de rand van “De Waard” zijn werk heeft daar even een praatje maken en het eerste wat Matthijs zei,: “Wat heb je een mooie helm, ik heb er ergens ook één maar kan hem niet meer vinden” Hij heeft de mijne even gepast en ik verwacht dat hij binnenkort ook zijn haardos zal inpakken onder een eitje, temeer omdat hij alle dagen langs de weg zit van Twisk naar Heerhugowaard en weer terug dus oppassen geblazen in het verkeer van vandaag de dag. Nadat ik weer verder was gegaan met mijn rondje zag ik op een bepaald moment een meneer staan zwaaien dus dan lijkt stoppen het verstandigste wat je kunt doen, loos alarm, ik dacht dat hij hulp nodig had maar hij wilde graag weten of er nou wel of geen motor in zat, ja wat moet je dan, standaard in mijn geval kan ik zeggen, ja, en hij is maar 1 PK omdat dat toevallig de begin letters zijn van mijn voor en achternaam. De man was me zeer dankbaar dat ik was gestopt, “Nu weet ik het tenminste, mijn vrouw zegt altijd als ze zo’n “sigaar” ziet gaan, daar gaat die gele brommer weer, en ze wil altijd het laatste woord hebben maar nu weet ik het beter” “Bedankt hoor” en toen stapte de man weer op zijn fiets er stak de weg over om linksaf te gaan waar ik rechtsaf ben gegaan naar huis. Het werd een rondje van goed 63 km en het was gewoon “plezier rijden”

Geen opmerkingen: