Nog even een
afzakkertje voor het weekend een kort ritje over Wieringen langs ’t Wad en dan
weer op huis aan.
De eerste stop is op De Haukes waar ik Broer v.d.Tuin bezig
zag in de tuin, ooit een man die vaak met toertochten van de Wielerclub mee
reed.
Tijdens ons gesprek ging mijn telefoon en daar verscheen Boris in beeld die wilde weten waar ik zat. “Op Wieringen”, was mijn antwoord, “Waar ligt dat”, en zo krijg je ongemerkt een “onderwijzende” functie. Een paar foto’s gemaakt en er bij aangegeven dat dit op het oostelijkste punt van Wieringen was, de Quarantaineweg waar vroeger vissers, die op de vissersboot een besmettelijke ziekte hadden opgelopen, aan land werden gezet tot ze weer hersteld waren of overleden, vroeger ging dat dus ook al serieus net als vandaag de dag met het coronavirus.
Er stond nog een stevige koude oostelijke wind zo langs de buitenkant van het eiland en bij Den Oever heb ik weer een paar foto’s gemaakt en aangegeven dat dit het oostelijkste stukje van Wieringen was, hij zal het nooit meer vergeten denk ik.
Ik ben ook nog even langs het busstation gegaan om te
zien of de “fietsbus” er toevallig ook stond, er was niets, een lege, dooie
boel. Terug naar het fietspad onder de A7 door en naar de polder waar nog steeds
hard wordt gewerkt aan de nieuwe constructie langs “Het gat van de dijk” met
het monument om het op 17 april a.s. klaar te hebben, de dag van de
onderwaterzetting van de polder, 75 jaar geleden. In de berm zie ik langs de
Schervenweg nog heel wat kleurige bloemen staan wat altijd een mooi gezicht is.
Het was kort vandaag slechts 51 km maar wel prachtig met zulk mooi weer.
1 opmerking:
Mooi Pé, jij hebt de goudsbloemen ook al gevonden
Een reactie posten