En zo is het weer 7 januari, de eerste
week van het nieuwe jaar zit er bijna weer op, nog 51 weken dan hebben we weer
Nieuwjaar. Gelukkig gaat het allemaal niet zo snel anders zouden we wel erg
snel oud worden en dan gaan de krachten en alles wat erbij hoort nog sneller
berg afwaarts, ik moet er niet aandenken. Het is droog dus niet te lang
afwachten en gaan, het gewassen “beddengoed” hangt aan de lijn en dat zie ik
vanmiddag wel weer als ik thuis kom. Het lijkt me wel leuk om even langs de “Zuidoost”
te gaan, even iets afgeven en dan weer verder. Er staat een behoorlijke wind en
als die van opzij tegen de Quest blaast is niet helemaal prettig, er moet
geregeld bijgestuurd worden om rechtdoor te gaan maar het gaat allemaal naar
wens en door weer eens een andere route te nemen zie je toch ook weer andere
dingen langs de weg. Door Grosthuizen en dan aan het einde de Slimdijk op en
daarna over de brug naar rechts de Beemster in. Een windmolen voor de
waterbeheersing draait op volle toeren en als ik het slootje erachter bekijk
doet hij goed werk, het is bijna leeg. Even verder ga ik van de omringdijk af
de polder in en rijd op de Nekkerweg, al heel snel zie ik het “kunstwerk”, een
afgezaagde boomstronk die als paddenstoel door het leven gaat maar door
menigeen is er materiaal gedumpt om het een levensecht aanzien te geven. Het
eerst volgende verkeersobject is een tunneltje, smal maar wel de veilige
oplossing om aan de andere kant van de voorrangsweg, de N244 te komen. Bijna
aan het eind passeer ik de “Beemster Resort” waar een ieder die er behoefte aan
heeft, zich kan laten “restaureren” op lichamelijk en geestelijk gebied zal ik
maar zeggen en dat in een vroegere bunker. Ik ga door tot aan het Noord-Hollands
kanaal maar passeer eerst nog de statige poort die toegang geeft tot, ja tot
wat, Zwaans Vliet staat er op vermeld maar er is niet meer wat op een statig
landgoed wijst. De poort is weer herbouwd naar het voorbeeld wat ergens rond
1910 zijn eerste vorm had gekregen op deze plaats. Over het ontstaan van de
Beemster staat heel veel geschreven op internet voor de liefhebbers, zeker
interessant. Toen ik bij de oversteek van de Purmerenderweg voor het stoplicht
stond hoorde ik iemand roepen “Hoi Pé” achterom kijken zag ik dat het buurman
Ber was die de brug over ging naar “’t Stadje” zoals de Beemsterlingen
Purmerend vaak noemen. Ter plaatse de spullen op het aanrecht plaatsen, even
een appeltje doen voor de “dorst” omkleden in een droge uitrusting en weer
verder, Tiny was niet aanwezig. Vanaf de Oostdijk rechtsaf naar Kwadijk waar aan
het onderhoud van de waterwegen hard wordt gewerkt en dan door naar Edam en
vervolgens Volendam. Ik ging er vanuit dat er geen toeristen zouden zijn op een
enkeling na. Maar als je dan één twee drie wordt geroepen op z’n Frans “Meneer
mag ik een foto maken” door een dame die half uit het raam van een auto hangt
en langs komt rijden met het zelfde gangetje. Dan denk ik er zijn nog steeds
toeristen die alles fotograferen in en bij Volendam. Langs de dijk van het
IJsselmeer ga ik op huis aan en het enige wat mij nog opvalt bij het plaatsje
Scharadam zijn de grote groepen watervogels die bijna allemaal de kop onder de
veren hebben gestoken. Omdat de lucht toch al aardig begint te betrekken
schakel ik een tandje bij, ( da’s toch netjes
uitgedrukt) en ga echt vol gas richting Middenmeer waar ik weer binnen rol met
110 km op de teller en de was droog kan binnenhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten